woensdag 24 oktober 2012

'Agressie blijft een schurend onderwerp'

(Dit is een reactie op onderstaande blog 'Niet piepen')

Beste Lia, waarde Vakzuster,
Je legt de lat meteen hoog, reviaans nog wel, ik vrees dat ik een ieder toch zal moeten teleurstellen, want hoewel slaaf van het werk van Reve zal er natuurlijk geen sprake zijn dat ik ook meer enigszins in de buurt kom. Maar samen kunnen we in ieder geval ons best doen er iets fatsoenlijks van te maken.
En nog even over de rolverdeling, jij Van Vooren, ik Bambergen begrijp ik hier uit, ik zal mijn lederhosen uit de kast halen. Weet jij nog een Joke Bruis?
Laten wij het inderdaad eens over agressie gaan hebben, wat mij betreft een onderwerp dat gedurende de 24 jaar die ik nu in zorg zit (en ook nu) een moeilijk, bijna schurend onderwerp is.
Vooropgesteld, ik vind agressie door patiënten en/of familieleden, zowel fysiek als verbaal nooit toelaatbaar. Elke organisatie waar ik voor werkte – ook deze – schiet in meer of mindere mate tekort in de begeleiding en afwikkeling van incidenten, naar mijn idee. Mensen die roepen dat het bij het vak hoort en dat we niet moeten piepen, hebben waarschijnlijk zelf nooit die vernederende klap gehad, zijn niet uitgescholden voor vieze nazi, of in hun gezicht gespuugd.

donderdag 18 oktober 2012

Niet piepen

Amsterdam, 18 oktober 2012
Beste Jasper, waarde Vakbroeder,
Het spijt me dat deze brief je later bereikt dan ik aanvankelijk van plan was. Nu kan ik natuurlijk zeggen dat ik het vreselijk druk heb met allerlei gewichtige zaken, het is immers begrotingstijd, het aantal benodigde kerstpakketten moet weer worden doorgegeven en de meting van de Zorginhoudelijke Indicatoren staat voor de deur. De werkelijke reden voor het uitblijven van dit schrijven ligt echter hierin: de zinnen willen niet zo reviaans uit de pen vloeien als we hadden afgesproken. Daarnaast, waar moet ik eigenlijk over schrijven? Een akelig geval van writer’s block, nog vóór ik een woord aan het papier heb toevertrouwd. Ik heb daarom bedacht, dat jij in deze briefwisseling degene bent die het reviaanse sfeertje gaat neerzetten en voor de scherpe vakinhoudelijke observaties gaat zorgen, ik ben dan wel -zoals altijd- gewoon de aangever. Fijn dat je akkoord bent.
Terzake dan maar. De afgelopen weken heb ik me in toenemende mate geërgerd aan artikelen over de zorg in vakbladen en discussies op twitter, waarbij Jan en alleman iets van het handelen van verzorgenden en verpleegkundigen vindt. ‘Zorgmedewerkers nemen geen griepprik omdat ze dom zijn’, ‘In verpleeghuizen gebeuren schandalige dingen en werken alleen ongediplomeerden’, en een heel recente: ‘Verzorgenden en verpleegkundigen die in de GGZ werken moeten niet piepen over agressie, dit hoort bij hun vak’.

dinsdag 16 oktober 2012

“Ondanks de hoge werkdruk vonden collega’s tijd om me te bellen of sms-en”

Toch overviel mij het telefoontje met de datum dat ik geopereerd zou worden. Ik wist natuurlijk dat het zou komen, maar dan nog. Oké, direct na het telefoontje van alles regelen: oppas voor de kinderen, tas inpakken en mijn leidinggevende informeren. In plaats dat het een snelle mededeling zou worden, nam mijn leidinggevende de tijd voor me, luisterde en gaf me advies. En drukte mij toch wel op het hart mijn herstel serieus te nemen.

Ik heb een goed contact met mijn leidinggevende. Hij weet onderhand wel een beetje hoe ik ‘in elkaar zit’. Tijdens mijn ziekenhuisopname kon ik mijn werk moeilijk loslaten en dit was eigenlijk ook wel een welkome afleiding, voordat ik geopereerd moest worden.

Tijd
Gelukkig hebben mijn collega’s en leidinggevende – naast mijn familie en vrienden – me heel veel steun gegeven in deze periode. Door een klein sms-je, een ziekenhuisbezoek, een lieve kaart en prachtige bloemen. Het ontroerde mij dat in deze tijd van verhoogde werkdruk mijn leidinggevende, de OC (Onderdeel Commissie van de OR) en collega’s de tijd vonden om mij door deze moeilijke periode heen te helpen.

donderdag 11 oktober 2012

De zorg roept vraagtekens op

Een paar weken geleden was ik op reis in Viëtnam. Een geweldig land: prachtige natuur, mooie steden, heerlijke stranden en vooral: lieve bevolking. De bewoners die in het toerisme werken willen de mooiste trips voor je regelen, zonder daarvoor vanzelfsprekend een fooi te verwachten. Niets is hen teveel gevraagd.

Maak je een trip met de bus? Ze brengen je zonder moeite met hun tuktuk naar de opstapplaats.  Bestel je eten? Vaak krijg je een bord fruit als extraatje, als dank dat je hun restaurant gekozen hebt. Kortom: als het gaat om vriendelijkheid en gastvrijheid, dan is Viëtnam echt een land om als voorbeeld te nemen.

Vraagtekens
Wat me ook opviel, is dat reisleiders, buschauffeurs en medewerkers in hotels en restaurants het oprecht leuk vinden om een praatje met je te maken. Eén van de eerste vragen die ze stellen is: “Wat voor werk doe je”. Zo ook één van de eerste dagen, door een gids op een bootje op de Mekong. Vol enthousiasme vertelde ik dat ik werk voor een zorginstelling in Amsterdam. Wat ik daar precies mee bedoelde was de wedervraag van de gids. Ik legde uit dat Amsta een organisatie is die zorg en wonen biedt aan onder andere oudere mensen en dat deze mensen wonen in verpleeg- of verzorgingshuizen. De gids keek me nog steeds niet begrijpend aan. Ik vertelde nog wat meer over hoe het er dan aan toe gaat in zo’n verpleeg- of verzorgingstehuis, maar de vragende blik bleef op het gezicht van de gids aanwezig. Toen pas viel het kwartje…